Mijn Studiezaal (inloggen)
Indische kampen
<#breadcrumb#>
Residentie: Oost-Java
Regio: Java
Ligging: Batoe ligt ongeveer 20 kilometer ten noordwesten van Malang (Oost-Java). De lagere school van de Congregatie van de Zusters van het Arme Kind Jezus of St.-Jozefschool stond aan de Julianaweg.
Zusterschool in Batoe
Plaats: BatoeResidentie: Oost-Java
Regio: Java
Ligging: Batoe ligt ongeveer 20 kilometer ten noordwesten van Malang (Oost-Java). De lagere school van de Congregatie van de Zusters van het Arme Kind Jezus of St.-Jozefschool stond aan de Julianaweg.
In de periode 17 oktober 1945 - 15 november 1945 was dit een republikeins kamp >>
Geïnterneerden: mannen; jongens
Aantal geïnterneerden: 110
Informatie: Op 16 oktober 1945 werden elektriciteit en waterleiding afgesloten. De dag erna kregen alle mannen en oudere jongens uit Batoe en omgeving bevel om zich met een bord, een lepel en een vork bij het politiebureau te melden. Sommige mannen namen een koffer met spullen mee. De mannen en jongens werden geïnterneerd in de Zusterschool, waar vrouwen 's middags nog wat spullen mochten brengen. Verlichting was er in de school gedurende de eerste week niet, bij gebrek aan lampen. De mannen en jongens ontvingen per persoon per dag tweemaal 200 gram rijst, sajoer en tempeh. Water van goede kwaliteit was er voldoende. Door ernstige ondervoeding verkeerden de geïnterneerden in slechte gezondheid, terwijl de medische zorg uitsluitend bestond uit het verstrekken van norit. Eten smokkelen was door de zeer strenge bewaking van het kamp onmogelijk. Een kleine maand na hun internering in de Zusterschool werden de mannen en jongens overgebracht naar het mannenkamp in Poenten, ten noorden van Batoe.
Bewaking: pemoeda's
Aantal geïnterneerden: 110
Informatie: Op 16 oktober 1945 werden elektriciteit en waterleiding afgesloten. De dag erna kregen alle mannen en oudere jongens uit Batoe en omgeving bevel om zich met een bord, een lepel en een vork bij het politiebureau te melden. Sommige mannen namen een koffer met spullen mee. De mannen en jongens werden geïnterneerd in de Zusterschool, waar vrouwen 's middags nog wat spullen mochten brengen. Verlichting was er in de school gedurende de eerste week niet, bij gebrek aan lampen. De mannen en jongens ontvingen per persoon per dag tweemaal 200 gram rijst, sajoer en tempeh. Water van goede kwaliteit was er voldoende. Door ernstige ondervoeding verkeerden de geïnterneerden in slechte gezondheid, terwijl de medische zorg uitsluitend bestond uit het verstrekken van norit. Eten smokkelen was door de zeer strenge bewaking van het kamp onmogelijk. Een kleine maand na hun internering in de Zusterschool werden de mannen en jongens overgebracht naar het mannenkamp in Poenten, ten noorden van Batoe.
Bewaking: pemoeda's